Cuff-ruptuur
Een cuff-ruptuur is een scheur in een spier of pees van de rotator-cuff; de spieren en pezen rondom de schouder.
De schouder
De schouder
De schouder bestaat uit verschillende delen:
- Schouderkop op de bovenarm
- Schouderkom aan het schouderblad
- Sleutelbeen
- Schouderblad met aan de bovenkant het schouderdak Gewrichtskapsel
- Labrum; een stootrand van kraakbeen die de kop op zijn plaats houdt.
- Rotator-cuff; spieren en pezen rondom de schouder. Deze zorgen er samen voor dat de arm bijna alle kanten op kan bewegen en dat de kop op zijn plaats blijft.
Klachten
Klachten
Mensen met een cuff-ruptuur (zie kleine plaatje rechts) klagen over:
- Pijn aan de voorkant van de schouder met uitstraling in de arm
- Minder kracht (bij grote scheur)
- Stijfheid en problemen met bewegen. Haren kammen of een jas aantrekken is bijvoorbeeld lastig. Ook het optillen van de arm geeft problemen.
Het onderzoek
Het onderzoek
Als u uw verhaal vertelt aan de orthopeed denkt hij of zij misschien al aan een scheur in de rotator cuff. De arts onderzoekt uw schouder en kijkt bijvoorbeeld naar de bewegingen en de kracht. Als het nodig is, vult hij of zij het onderzoek aan met een röntgenfoto, echo, of MRI. Soms doet de orthopeed het onderzoek samen met een fysiotherapeut.
Oorzaak
Oorzaak
Een cuff ruptuur komt het meest voor bij mensen boven de 55 jaar. De oorzaak is meestal:
- Spontane scheurtjes in de cuff bij het ouder worden
- Slijtage van de cuff bij (zwaar) lichamelijk werk
- Een val op de schouder
- Een gebroken schouder of een schouder die uit de kom is
Behandeling zonder operatie
Behandeling zonder operatie
Behandeling met rust, pijnstillers, fysiotherapie en eventueel een injectie met ontstekingsremmers vermindert vaak de klachten. Helpt dit niet voldoende dan kunt u eventueel geopereerd worden.
Operatie
Operatie
Tijdens de operatie herstelt de orthopeed de cuff. Hij of zij repareert de scheur. Zo’n operatie heet een cuff-repair. Deze operatie heeft alleen zin als de doorbloeding van de pees nog voldoende is. Bij oudere mensen kan de doorbloeding onvoldoende zijn. Het resultaat van een operatie kan dan tegenvallen omdat de hechtingen op den duur weer uitscheuren. Ook roken en suikerziekte hebben een nadelig effect op de doorbloeding van het peesweefsel.
Waarschijnlijk krijgt u voor de operatie een verdoving van de arm, door middel van een zenuwblok; een prik in uw hals. Daarnaast kan worden gekozen voor algehele narcose. De operatie duurt ongeveer een uur.
Er zijn twee mogelijkheden voor de operatie:
- Via een kijkoperatie (artroscopie). De arts maakt een paar kleine gaatjes rond de schouder. Via het ene gaatje gaat hij met een kijkbuisje naar binnen om te kijken. Via een ander gaatje gaat hij met materiaal naar binnen om de pees te hechten en evt. bot weg te halen.
- Via een open operatie. De arts maakt een wond van 4-6 cm aan de voorkant van de schouder en hecht de pees
Meestal gebruikt de orthopeed bij deze operatie botankertjes. Dat zijn een soort pluggen om de pees weer aan het bot te hechten. Deze blijven in het bot zitten en lossen niet op. U voelt deze niet.
Het kan zijn dat ook de dunne pees van uw biceps – de spier die de spierbal vormt – voor pijnklachten zorgt. Als dat zo is, ‘knipt’ de orthopeed de dunne bicepspees door. De dikke bicepspees kan dan nog steeds zijn werk doen. Als u hierdoor al kracht zou verliezen, is dit zó weinig, dat u dit niet merkt in het dagelijks leven. Wordt bij u de bicepspees doorgeknipt, dan kan de vorm van de spierbal na de operatie een beetje anders zijn. Dat heet ook wel een Popeye-arm. Het gewricht wordt ook schoongemaakt.
Na de operatie
Na de operatie zit de arm in een draagdoek. Deze draagt u de eerste zes weken dag en nacht. U mag na de operatie niet zelf naar huis rijden. Omdat uw arm in de draagdoek zit en u rustig aan moet doen, is het prettig als er thuis iemand is die u na de operatie kan helpen.
U mag dezelfde dag, of de volgende dag naar huis. Na de operatie kan uw schouder dik en warm aanvoelen. Dit wordt langzaam minder.
Meer informatie over de operatie
Hoe bereidt u zich voor? Wie geeft welke informatie? Hoe gaat het op de operatiekamer? Wie zijn er aanwezig?
Complicaties
Complicaties
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kunnen er soms problemen (complicaties) zijn:
- Nabloeding
- Infectie van de wond
- Door irritatie van het schouderkapsel (het jasje rondom de kop en de kom), kan de schouder stijf worden (frozen shoulder). U krijgt oefeningen van de fysiotherapeut waarmee u binnen de pijngrens blijft.
- Als de bloedvoorziening onvoldoende is, of als er al vroeg teveel kracht op de hechtingen van de pees komt, kunnen deze losgetrokken worden. Het is daarom belangrijk dat u zich goed aan de leefregels houdt.
- Zenuwbeschadiging. Er kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid rondom de wond. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf, maar soms zijn ze blijvend.
Contact met arts
Contact met arts
Neem contact op met uw arts in het ziekenhuis als:
- De wondjes lekken
- De wondjes dik en/of rood zijn en/of meer pijn doen
- U koorts krijgt, hoger dan 38,5°C
Revalidatie
Revalidatie
Het duurt 4-6 weken voordat de pees weer goed is vastgegroeid. Tot die tijd mag u uw arm niet belasten. Houd daar dus rekening mee! U krijgt tips en oefeningen voor uw arm van de fysiotherapeut in het ziekenhuis. Uw arts vertelt u wanneer u mag beginnen met fysiotherapie, en wanneer u meer en meer mag gaan doen.