Artrose heup
Artrose is slijtage van het kraakbeen. Kraakbeen verandert van dikte en samenstelling als we ouder worden. Dat is normaal, maar bij artrose is er méér slijtage van het kraakbeen. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig, of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren.
De heup en artrose
De heup en artrose
Het heupgewricht is een kogelgewricht. De kop van het dijbeen draait als een ronde kogel soepel in de kom van het bekken. Dat is mogelijk doordat op de kop én in de kom een laag kraakbeen zit. Kraakbeen is een glad, verend weefsel.
Artrose
Artrose is slijtage van het kraakbeen. Als de kraakbeenlaag dunner wordt of verdwijnt, bewegen de botuiteinden in een gewricht niet meer soepel langs en over elkaar. De wrijving tussen de botten neemt toe en dat doet pijn. Er kunnen ruwe uitsteeksels ontstaan op het bot. Er kan ook vocht in het gewricht ontstaan. Hierdoor wordt het gewricht dikker. Samen met de pijn zorgt dat ervoor dat bewegen moeilijker gaat.
Beschadigd kraakbeen herstelt nauwelijks.
Oorzaak
Oorzaak
Er zijn verschillende oorzaken van artrose:
- De kraakbeenlaag van het gewricht slijt door onbekende oorzaak. Hierdoor wordt de laag kraakbeen op het botuiteinde dunner. Uiteindelijk komt het bot (gedeeltelijk) bloot te liggen. Dit type artrose komt het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd of ouder.
- Een ontstekingsreactie van het gewricht kan het kraakbeen aantasten, bijvoorbeeld bij gewrichtsreuma (reumatoïde artritis). Ook hierdoor wordt de kraakbeenlaag op het botuiteinde dunner, of de laag verdwijnt helemaal. Dit kan op iedere leeftijd voorkomen.
- Na een infectie van het gewricht (septische arthritis).
- Artrose kan ook ontstaan na een andere aandoening, zoals een botbreuk, of een aangeboren heupafwijking. Het kraakbeen kan rechtstreeks beschadigen, of extra snel slijten door een andere manier van bewegen. Artrose die optreedt na een botbreuk of ongeval noemen we posttraumatische artrose. Dit kan ook vele jaren na het ongeval nog optreden.
Klachten
Klachten
De meest voorkomende klacht bij slijtage van de heup is pijn. U voelt pijn in de lies en in de bil. Dit trekt vaak door naar het bovenbeen en de knie. U voelt ook dat uw heup stijver is. Als u opstaat, is de pijn heviger. Dit heet startpijn. Lopen, bukken en de trap oplopen gaan steeds moeilijker. De klachten nemen toe als de slijtage verergert.
Onderzoek
Onderzoek
Uw huisarts onderzoekt u. Als het nodig is laat hij of zij röntgenfoto’s maken. Misschien krijgt u een verwijzing naar de orthopedisch chirurg (orthopeed).
Behandeling
Behandeling
In het begin helpen medicijnen (ontstekingsremmers) en fysiotherapie meestal. Soms helpt het ook als een patiënt zijn leefstijl aanpast; afvallen en meer bewegen bijvoorbeeld. De orthopeed plaatst pas een heupprothese (kunstheup) als andere behandelingen geen of te weinig effect hebben.
In het verleden werd er ook wel een injectie gegeven (bijv. met hyaluronzuur). Hiervan weten we nu dat het niet helpt. Dit geldt ook voor het gebruik van glucosamines.
Samen beslissen
Zie voor meer informatie over de behandeling de Keuzekaart Artrose in de heup of Keuzekaart Artrose in de heup in beeld (met kortere teksten en informatie in plaatjes) . Deze keuzekaarten helpt patiënten om samen met hun arts te beslissen wat de beste behandeling is. Op de keuzekaart staan alle behandelmogelijkheden overzichtelijk op een rij. Met per behandelmogelijkheid het antwoord op belangrijke vragen zoals ‘Helpt de behandeling tegen pijn?’ en ‘Wat zijn de risico’s van de behandeling?’
Zie ook het filmpje met uitleg over de keuzekaarten.